“Ik ben zo blij dat we weer wat meer mogen!”

Toen in maart 2020 de verzorgingshuizen op slot gingen, brak voor veel mensen een verdrietige, eenzame periode aan. Ook voor Lyda Stout, die nu ruim anderhalf jaar in De Vijverhof woont. Toch heeft ze er het beste van gemaakt – en dat doet ze nog steeds. 

Als we Lyda Stout in november spreken, heeft ze in haar appartement al een kerstboom staan en er hangen lampjes en andere kerstversiering. “Je moet het toch maar gezellig maken”, zegt ze lachend. “Dat lukt hier prima hoor, want De Vijverhof is een fantastische plek. Ik heb helemaal niet het idee dat ik in een verpleeghuis woon en heb het hier prima naar mijn zin. Door een herseninfarct ben ik halfzijdig verlamd, hier krijg ik alle zorg die ik nodig heb.”

Dramatische periode

Toch was het afgelopen jaar ook voor haar flink afzien: verplicht binnen blijven is voor niemand leuk, helemaal niet als je gewend bent om elke dag naar buiten te gaan. “Dat was een dramatische periode”, geeft ze aan. “Het was mooi weer, ik wilde dólgraag naar buiten maar mocht de afdeling niet af. Als je dan ziet hoe de mensen aan de overkant lekker in de zon op hun balkon zitten, is dat heel naar. Ook mijn familie ruim drie maanden niet kunnen ontmoeten, was akelig. Vooral omdat vlak daarvoor mijn eerste kleinkind is geboren. Dat wil je dan toch graag zien en vasthouden. Daar heb ik veel verdriet van gehad.”

Ontsnappingspoging

“Gelukkig kon ik videobellen met mijn kinderen, dat was fijn. En ik heb me wel vermaakt met schilderen hoor. Hoewel, dat is meer kwasten verpesten, haha!” Na een tijdje mocht de familie op ‘raambezoek’ komen, maar dat voelde voor Lyda Stout toch een beetje als een gevangenis. Ze deed haar naam eer aan en ondernam een ‘ontsnappingspoging’. “Ik ben in mijn rolstoel stiekem in de lift gegaan om een frisse neus te halen. Ik stond al beneden in de hal, toen ik het hoofd van de afdeling zag staan en haar gedag zei. Dat was heel stom, want toen heb ik mezelf verraden en werd ik teruggestuurd. Niemand was boos hoor, iedereen begreep het wel en moest erom lachen. Maar ik mocht het echt niet meer doen!”

Kaartjes en koekjes

Inmiddels is het ergste leed geleden. Familieleden mogen weer op bezoek komen en Lyda Stout heeft haar kleinkind kunnen knuffelen. “Heerlijk was dat! Ook heb ik sinds maart ontzettend veel kaartjes gekregen, en zelfgebakken koekjes van kinderen uit de buurt. Dat doet een mens goed. Gelukkig mogen we hier op de afdeling ook weer dingen samen doen. Ik hoop dat we met z’n allen gezond blijven en de maatregelen snel verder worden versoepeld!”