Voorin deze editie van Spraakwater kon u al lezen over de waarmakers en hun ideeën. Hoe gaan we hiermee aan de slag? We vroegen het aan Monique Ultee-Stoop – manager welzijn, zorg & behandeling, lid van het management team én waarmaker.
“We moeten steeds meer zorg verlenen, met minder zorgmedewerkers. Die zorgkloof moeten we samen overbruggen. Als waarmakers doen we dit in eerste instantie door handen en voeten te geven aan ons gedachtengoed rondom leefhuis De Vijverhof. We waren vroeger een verzorgingshuis, toen werden we een verpleeghuis en nu zien we onszelf als leefhuis. Dit betekent dat iedereen hier welkom is, ongeacht iemands cultuur of overtuiging. En dat het fijn is om hier te zijn. Als bewoner, maar ook als medewerker, vrijwilliger en bezoeker. Je woont hier of je brengt een deel van je leven hier door. En we zien graag dat iedereen dit op een positieve manier ervaart.”
Iedereen draagt een steentje bij
Met welke uitdagingen hebben we te maken? Monique: “Vooral het tekort aan zorgmedewerkers, dat steeds groter wordt. Straks zal één op de drie Nederlanders in de zorg moeten werken om iedereen van goede zorg te kunnen voorzien. Maar het kan ook anders. Door ons vooral te richten op zorg die echt noodzakelijk is. Door ons meer te focussen op welzijn. En door samen te werken met het netwerk van onze bewoners. Als iedereen wat meer bijdraagt aan de zorg van onze naasten, komen we een heel eind. Ook gaan we ons meer richten op technologie en innovatie. Met als doel dat onze schaarse zorgmedewerkers zich op de echte zorgtaken kunnen richten. We doen het dus allemaal samen. We ondersteunen elkaar en hebben oog voor elkaar. In een leefhuis waar iedereen zich betrokken voelt bij De Vijverhof en zijn steentje bijdraagt.”
Praktische veranderingen
“Als waarmakers gaan we nu aan de slag met een strategie om dit voor elkaar te krijgen. Bijvoorbeeld door met onze bewoners te bespreken wat zij zelf nog kunnen. En door ze zoveel mogelijk de regie te geven over hun leven. Want hoe zelfredzamer iemand is en blijft, hoe fijner het leven is. En hoe minder zorgmedewerkers nodig zijn voor ondersteuning. Een ander voorbeeld is dat we onze warme maaltijden anders plannen. Niet meer tussen de middag, maar ’s avonds. Dat is gezonder voor ouderen. Want de middagmaaltijd kwam vrij snel na het ontbijt, waardoor veel bewoners niet zo veel aten. En een broodmaaltijd in de avond levert te weinig voedingswaarden, waardoor mensen zich ’s avonds en ‘s nachts minder prettig kunnen voelen. Deze nieuwe werkwijze betekent een omslag voor bewoners én medewerkers. Dit is het begin van een lange, maar hopelijk mooie reis voor iedereen die betrokken is bij De Vijverhof. We doen het samen, en ieders rol is belangrijk. We hopen dat iedereen beaamt: De Vijverhof: fijn om er te zijn!”