Minder aanloop en gezelligheid, veel meer telefoontjes

Receptionisten Sylvia Assman en William Blaak zijn het eerste aanspreekpunt voor bezoekers en familieleden van onze bewoners. Hoe was het voor allebei toen De Vijverhof afgelopen voorjaar werd gesloten? En is hun werk nu anders?

Sylvia werkte eerst in de huishouding binnen De Vijverhof en is sinds 2007 met veel plezier receptioniste. William werkte ruim zes jaar geleden tijdens zijn studie ’s avonds en in de weekenden als receptionist. Dit beviel hem zo goed, dat hij is gebleven. Beiden vinden vooral het persoonlijke contact met collega’s, bewoners en bezoekers een fijn onderdeel van hun functie.

Dit contact werd natuurlijk een stuk minder toen De Vijverhof in het voorjaar van 2020 dicht moest. Hoe hebben jullie dit ervaren?

Sylvia: “Er was ineens een stuk minder aanloop, maar er kwamen natuurlijk veel meer telefoontjes binnen. Dat vond ik helemaal niet vervelend. Het was jammer dat er minder bezoek kwam en het was ineens veeleisend qua telefonische drukte, maar ik ben een sociaal type dus ik help mensen graag.”

William: “Het was beneden natuurlijk veel rustiger: veel collega’s werkten thuis, er kwamen geen mensen binnen en ook in de Brasserie was er niets te beleven. Het was stil en ik miste echt de gezelligheid en mensen die even een praatje kwamen maken. Ook had ik er moeite mee dat familieleden buiten moesten blijven. Sommigen vroegen toch of ze niet alsnog heel even hun neus achter de deur mochten steken. Maar dat kun je niet toestaan, hoe verdrietig dat ook is. Mensen weigeren vond ik echt moeilijk.”

Waar gaan de meeste telefoontjes over?

Sylvia: “Het zijn meestal bezorgde familieleden die graag willen weten hoe het met vader, moeder, opa of oma gaat. Ook willen mensen graag weten hoe het nou precies zit met de regels: wat mag er wel en vooral niet? Hierbij gaat het met name om regels rondom bezoek en het ophalen en brengen van wasgoed. De regels veranderen, dus die vragen blijven komen.”

William: “We weten natuurlijk niet hoe het met de bewoners gaat, dus verwijzen we door naar de afdeling. Om de zorgmedewerkers te ontlasten, is besloten een speciaal spreekuur in te stellen: van 13.00 tot 14.00 kunnen familieleden bellen en vragen hoe het met bewoners gaat. Dat werkt prima.”

Tijdens de lockdown mocht er geen bezoek komen. Hoe reageerden mensen daarop?

Sylvia: “De meesten begrepen het wel, maar vonden het natuurlijk niet leuk. Ik heb geprobeerd iedereen zoveel mogelijk gerust te stellen. Dat vonden de meeste bellers wel fijn, heb ik het idee. Toch heb ik ook wel boze mensen aan de telefoon gehad, die in paniek waren omdat ze niet mochten komen. Ik kan me dat heel goed voorstellen en heb geprobeerd rustig uit te leggen waarom het niet mocht. Als iemand dan boos blijft, blijf ik vriendelijk, maar hang ik op. Ik kan er niets anders van maken. Meestal word je naderhand wel teruggebeld en zeggen de bellers dat ik er natuurlijk ook niets aan kan doen.”

William: “Ik snap de frustratie van mensen die niet binnen mochten komen, maar weet ook dat hun boosheid niet persoonlijk gericht is. Ik kan dat gelukkig goed van me af laten glijden. Het is al lastig genoeg.”

Inmiddels mag er weer bezoek komen. Is er nu iets veranderd wat jullie werk betreft?

Sylvia: “We hebben nu transparante schermen voor de balie hangen en er staat handgel voor bezoekers. Ook liggen er mondkapjes als bezoekers die zelf niet bij zich hebben. Ik zorg ervoor dat er van allebei genoeg op voorraad ligt en let erop dat bezoekers hier gebruik van maken.”

William vult aan: “Het is belangrijk dat we ons allemaal aan de regels houden. Je ziet dat het virus steeds weer oplaait, dus het is echt nodig. Ik vrees dat we nog wel even aan de maatregelen vastzitten, maar hoop dat we komend jaar weer langzaam terug kunnen naar normaal!”